Wiekelaar in nood?

Soms voelen mijn columns als een preek,
maar dan zonder een religieuze element.
Om het op z’n Oudleusens te zeggen: Schipper
zonder God. Niet dat ik meen de waarheid in pacht
te hebben, maar als ik iets belangrijk vind bestijg
ik als een gemankeerde moraalridder moeizaam
mijn paard, om dan soms een beetje door te draven.
De Wiekelaar vind ik zoiets belangrijks.
Persoonlijk (ik noem het wel eens gekscherend
“mijn tweede huis”), maar vooral voor het dorp.
Samen met de kerk en de school – een ‘heilige’ drie-
eenheid – vormt ons kulturhus de kern van de
dorpsgemeenschap die Oudleusen is.
Gedrieën maken ze de verzameling huizen en de
bewoners tot een heus dorp. Als import realiseer ik
me misschien net ietsje meer hoe belangrijk dit is,
dat het zeker niet vanzelfsprekend is. Het is iets
wat we met z’n allen hebben opgebouwd, in het
geval van De Wiekelaar zelfs ook letterlijk.
De afgelopen tijd was een moeilijke periode voor
die dorpsgemeenschap. Omdat we elkaar nauwelijks
konden ontmoeten in de kerk, bij de school en in De
Wiekelaar. Maar het waren ook in financieel
opzicht zware tijden voor De Wiekelaar. Het
bestuur is steildruk geweest om alle zeilen bij te
zetten in deze storm. Mede dankzij het
voorzichtige beleid tijdens de eerdere jaren en de
steun van de lokale en nationale overheid kon men
het bolwerken. Maar het sein ‘veilig’ is nog niet
gegeven.
Voor het eerst sinds misschien wel zestig jaar kon
er in 2020 geen bazar worden georganiseerd,
symbolisch voor deze moeilijke periode.
De jaarlijkse samenkomst is altijd vooral ook een
sociaal gebeuren, waarbij de financiële opbrengst
steeds een hele leuke bijkomstigheid was.
Dit jaar kan er hopelijk weer een bazar worden
georganiseerd. Met inachtneming van de geldende
regels kunnen we weer een keertje veilig bij elkaar
komen. Dit jaar is het financiële aspect nog
belangrijker. Daarom wordt een grote verloting
georganiseerd en komt de bazar 2.0 dit jaar zelfs
naar je toe.
Vergeef het mij als ik soms een beetje doordraaf,
maar soms verdient de zaak zo’n aanpak. Maar ik
laat het niet bij woorden, want binnenkort kom ik –
samen met een aantal andere dorpsgenoten – bij je
langs om loten te verkopen. Als een handelsreiziger
voor een goede zaak.
Ad Zwag