En toen was het ineens klaar met die lockdown. De
dagelijkse ochtendwandelingetjes langs de Vecht
of om het dorp begonnen me te benauwen. Eindpunt
was steevast de werkkamer met de camera op de
computer, om les te geven aan studenten die ook
zaten opgesloten in hun kamer. (Nou, niet allemaal,
één student volgde mijn lessen vanachter het stuur
van de auto, waarmee hij door Nederland reed. De
ander zat in bad. Dat kregen we niet te zien, want
ze had de camera uit. Wel hoorden we
klotsgeluiden, toen ze een keer haar microfoon
openzette, en met zwoele stem zei: antwoord B,
volgens mij).
Ik had er dus genoeg van, en ging midden in de
tweede golf in op de lokroep van mijn neef die al
een jaar als internetnomade werkt. Hij zat in Rome.
En zoals mijn lezers weten, heb ik weinig aansporing
nodig om op reis te gaan. Ik klapte mijn bureau in
Oudleusen in, stopte hem in mijn koffer en reisde
af (vliegend voor een tientje, oh oh, vliegschaamte,
vliegschaamte).
Enkele dagen gaf ik les vanaf een zonnig terras in
Rome, tot daar code oranje dreigde. Met de trein
(ook vanuit de trein verzorgde ik twee lessen) naar
Sicilië, waar het code geel was. Volgde een
heerlijke week, waarin ik spreekuur had voor de
studenten en lessen verzorgde van mijn balkon met
uitzicht op de Etna. In de middag een fijne
Italiaanse lunch en zwemmen in de zee.
De digitale afdelingsborrel met school deed me de
das om. Mijn baas was not amused dat ik de
collega’s op het beeldscherm toedronk vanaf het
balkon in Siracusa, met een eenzame wuivende palm
op de achtergrond. Gelukkig liet hij dat pas een
week later weten, toen we hoog en droog in
Sardinië zaten, alweer op de vlucht voor code
oranje.
En op Sardinië begon het wat frisser te worden. In
de avond moest het vuur aan in ons landhuis bij
Olbia. En ook hier begonnen de
ochtendwandelingetjes een beetje te vervelen.
Iedere dag rond de stad en dan een cappuccino bij
Alfredo.
Toen op een avond de huisbaas code oranje
aankondigde, vonden we het welletjes. Na
lockdowns in Nederland, Rome, Sicilië en nu
Sardinië werd het maar weer eens tijd op huus aan
te gaan.
Zo zit ik weer dagelijks in mijn werkkamer in
Oudleusen. Tussen de lessen door kijk ik naar
buiten hoe de winter nadert. En stiekem blijf ik
loeren op een kans tijdens mijn lockdown weer even
vanuit een warm oord te kunnen werken.
Bert van den Assem.
Uut en weer thuus
2 december 2020 door