Op jacht naar voedsel

Het is in Oudleusen goed boeren, niet vanwege de zonuren of grondsoort, maar omdat we nog een echt plattelandsdorp zijn. Groot genoeg voor basisvoorzieningen, klein genoeg om elkaar te kennen en te respecteren. Ook de gemeente Dalfsen is boer en burger over het algemeen goed gezind. Leven en laten leven is de plaatselijke grondhouding en daarmee kom je samen een heel eind. De wereld verandert ondertussen en ook in Oudleusen staat de tijd niet stil. De Vechtanjer beschrijft op deze plaats regelmatig de geschiedenis en we lezen hoe ooit de grond hier ontgonnen werd. Woeste heidegronden werden omgezet naar vruchtbare akkers en daarmee een blijvende voedselvoorziening. Dat zorgde ervoor dat mensen zich hier permanent gingen vestigen.

We kunnen ons haast niet voorstellen dat er nog altijd plekken op deze aardbol zijn waar mensen als nomaden rondtrekken, de jacht op voedsel achterna. Ik sprak met een pastoor uit Lierop die 33 jaar op Borneo het missionaire werk gediend had en daar ’s morgens niet wist wat ze overdag gingen eten. Er moest letterlijk eerst gejaagd worden. Hij vindt het een enorme luxe dat bij binnenkomst in de supermarkt het eten en drinken hem nu voor het grijpen ligt.

Waar Oudleusen doorgroeide naar 100 en meer boerderijen, loopt het aantal inmiddels fors terug. We zien er nu nog hooguit 25 die hun bestaan er volledig uit moeten halen. Dat zullen er alleen nog maar minder worden en daarmee verandert het platteland drastisch. Naast burgerlijke bewoning zullen er ook niet-agrarische activiteiten plaats gaan vinden op het platteland, zoals dat nu op beperkte schaal al gebeurt. Nieuwe natuur, zonneparken, recreatie, benieuwd wat de komende decennia allemaal nog ontwikkeld wordt. De Vecht en de Hessenweg zullen vaste verbindingen blijven, het dorp zal verder groeien richting ’t Plaggenveld. Degenen die ooit zullen weten hoe het er in Oudleusen over 20, 50 en 100 jaar uitziet zijn vandaag al geboren.

Johnny Hogenkamp