Het is weer weer voor de blote benen. Korte broek aan en fietsen maar. Langs de stuw. Daar een ijsje kopen bij de kiosk van Anton.
Een van mijn vrienden zit daar op een mooie voorjaarsdag op zijn gemak te likken aan zijn ijsje. Een voorbijgangster roept: ‘Hé melkflesbenen!!’
Dat vindt hij niet leuk.
Thuisgekomen denkt hij nog aan die vernederende opmerking. Dat doet hem zeer. Hij ziet er graag spetterend uit. Een mooie tors en die gedragen door gebruinde benen.
Eerst denkt hij nog, wat maakt het uit . Een poosje bloot in de tuin en ze worden vanzelf bruin.
Dan komt hij in de doucheruimte. Ziet op het aflegplankje voor de spiegel een potje met crème waarvan zijn vrouw gebruikmaakt om zich kunstmatig te bruinen.
Hij doet een graai in dat potje en strijkt zo met drie vingers het spul op zijn benen. Wrijft de crème een beetje uit, maar doet dat niet zorgvuldig.
Een uurtje later ziet hij een merkwaardig patroon op de flanken van zijn bovenbenen.
Bruine strepen. Je kunt zo de afdruk zien van de drie vingers.
Dat patroon doet hem ineens denken aan wat hij zag op een mediterraan campingtoilet. Zo’n middellandse- zee- camping met een wc met een gat, geflankeerd door twee geribbelde staptegels voor het hurken.
Hij herinnert zich, dat, toen hij daarvan een keer gebruik maakte, hij schrok. Hij keek naast zich en zag op de wandtegels een bruin drievingerpatroon. Kennelijk zijn er mensen die afvegen zonder papier en dan de muur gebruiken om zich de vingers schoon te maken.
Hij gruwt er nu weer van en moet er niet aan denken met zo’n toiletpatroon op de dijen door Oudleusens dreven te fietsen.
Uit arren moede smeert hij zich opnieuw in en belooft zichzelf voortaan de natuur het werk te laten doen.
De zon bruint egaler.
Bertus Grotenhuis.