Kleine genoegens, grote perspectieven

Hoeveel maanden het geduurd heeft weten we bijna niet meer, maar opeens was het daar, het bevrijdende appje: uur of vier bier Mansier.
Midden in een glunderende menigte zaten we even later op het terras te genieten van een koud biertje, begeleid door een schuchtere lentezon. Vogels vlogen stomverbaasd langs, passerende auto’s toeterden uitgelaten, fietsers jodelden en wierpen hun armen in de lucht, terwijl Billy zwierend met volle bladen tussen de tafels door schaatste. Het was nog niet zo dat we elkaar snikkend om de hals vielen, maar voor de generatie die de echte Bevrijding niet had meegemaakt kwam deze ervaring wel heel dichtbij.
Een dag eerder had ik nog een gezelschap door het Vechtdal gegidst. Op de fiets via De Stokte en het pontje naar de Lemelerberg en langs Nieuwebrug over de Regge terug naar Ommen. Onderweg waren we er getuige van hoe de lockdown ons had verwijderd van de traditionele Sallandse verwenmomenten: stop bij Mooirivier om de Vecht in al haar majesteitelijke traagheid langs te zien vloeien, biertje bij de kiosk van de Stuwe, koffiepauze met appeltaart bij De Klomp, lunch op de Lemelerberg of bij De Zon, een boottochtje rond De Koeksebelt. Niet dat je al die dingen tegelijk moet doen -dan red je het niet in een dag, maar het feit dat het er niet is, bezorgt je het gevoel dat je zo’n tocht niet in volle omvang beleeft. Alsof je naar een vergeelde foto zit te kijken.
Terwijl we in de berm bij de Wessel Mulertbrug van Ommen een patatje zaten te prikken, met een blikje bier erbij, dacht ik terug aan mijn reizen door de DDR en Polen. Lange rijen gezinnen voor het loket waar je een softijsje kon kopen, keuze uit één smaak en twee formaten. Het intense genoegen dat er op een andere plek tapbier werd geschonken (dat dan om 11 uur ’s morgens was uitverkocht), en weer verderop een stalletje waar ze currywurst verkochten (nee, geen bockwurst, dat was vorige maand). En als je dan als verwende westerling om je heen keek, zag je dat al die mensen gewoon volop zaten te genieten. Van het menu dat ze bijeen hadden gescharreld, van de zon, van hun vrije tijd, kortom, van wat ze wél hadden.
Wie weet is dat de les van onze lockdown: veel heb je niet nodig om te kunnen genieten. Dat kan allemaal wel zo zijn, toch kies ik ervoor in de zomer weer ouderwets bourgondisch te kunnen genieten. Kom maar op met die verwennerij!

Bert van den Assem