Import?

Vorig jaar oktober schreef Ad Zwaga een column waarin hij ons opriep om toch maar vooral loten te kopen van de grote Wiekelaar verloting. En met succes want de loten werden grif verkocht. Hij deed daarbij een warme oproep om de Wiekelaar te steunen. Hij deed dat van harte maar noemde zich in die column ook een import Oudleusenaar. Nou Ad dacht ik, dan ben je in goed gezelschap. Want hoeveel inwoners van ons mooie dorp zijn nu echt geboren Oudleusenaren? Als ik de adressen van de Slagweg eens langsloop kom ik aan nog geen 10%. Als iedereen de mensen in zijn eigen straat of buurt eens tegen het licht houdt zal de score ook zeker niet boven de 50% uitkomen. Is dat erg? Nee, natuurlijk niet. Een flink deel van onze inwoners heeft ooit eens de keus gemaakt om hier te gaan wonen. Om wat voor reden dan ook. En zijn we er als dorp op achteruit gegaan? Ik dacht het maar niet. We hebben nog steeds onze voorzieningen en een actief verenigingsleven ondanks de lock-down. Er wordt gebouwd en Plaatselijk Belang houdt ons scherp. Het maakt dus niet uit waar je wieg heeft gestaan maar het maakt wel uit hoe je tegen het dorpsleven aankijkt. Voorzieningen kun je alleen maar in stand houden door er gebruik van te maken. Wordt er een beroep op je gedaan om mee te draaien in een bestuur of werkgroep dan is jouw bijdrage van groot belang. We hebben twee restaurants en een mooie meubelzaak. En welk dorp van ons formaat heeft nog een eigen supermarkt zoals wij? Het is natuurlijk gemakkelijk zat om per auto overal te gaan winkelen maar dat geldt niet voor iedereen. Veel ouderen zijn afhankelijk van onze voorzieningen om zelfstandig te kunnen blijven winkelen. Voor hen is de supermarkt ook een stuk sociaal contact, net als de kerk en de Wiekelaar. Het woord import hoeven we dus niet meer te gebruiken. Je bent gewoon een Oudleusenaar als je het zelf wilt zijn. De rest gaat vanzelf.
Willie van Oenen