In de kadastrale atlas uit 1832 is te zien dat Oudleusen in die tijd veel houtsingels had. Bijna allemaal eikenhakhout. De meeste singels waren te vinden in de Hout Es. Het eikenhout had veel waarde want in mei werden de boompjes van 7 jaar oud geveld en werd de bast er af geklopt. Die bast werd verkocht en daaruit werd eek gewonnen dat gebruikt werd in de leerlooierij. Veel mensen waren in mei aan het werk in het eikenhout. Het eek werd per schip over de Vecht naar Zwolle vervoerd. Dat werd hier waarschijnlijk gewoon geladen in het haventje aan de Stokte. De stammetjes eikenhout werden verkocht als stookhout voor de steden. Ook grondbezitters van buiten Oudleusen hadden houtsingels in bezit zoals A.C. Bouwmeester, notaris te Dalfsen, F.C Queijssen, rechter te Almelo en H.J.Raedt, procureur te Almelo. Ook wijnhandelaar Pruimers uit Zwolle had eikenhout in bezit in de Hout Es. Maar de meeste van de wel 60 singels waren gewoon van de boeren hier ter plekke. Vooral H.Schutman, H. Otten, R. Bondhuis, R. Dunnewind en W. Baarslag hadden veel eikenhakhout in bezit. Totaal had Oudleusen wel zo’n 13 ha. Soms kleine hoekjes maar ook flinke stukken. Omdat het hout om de 7 jaar werd gekapt kregen de singels een mooie dichte begroeiing. Gelukkig zijn er nog wat van die oude houtsingels overgebleven in Oudleusen. Het geeft het landschap een mooi besloten karakter. Maar de oude singels zijn vooral een stukje kostbare natuur met unieke planten en een paradijsje voor vogels. Laten we er zuinig op zijn en liefst gewoon weer nieuwe aanplanten. Vooral in deze tijd.
Historische werkgroep Oudleusen – Willie van Oenen