Historie Oudleusen

De Leusener Venen, een bodem vol rijkdom

NIEUWLEUSEN GROEIT

Toen begonnen werd met de bouw van boerderijen in Nieuwleusen moesten daar pachters voor komen. De namen van de pachters oftewel meiers werden meestal niet vermeld in de archieven. De grondbezitters regelden alles en hun namen kom je wel overal tegen. De kans is groot dat er ook pachters uit Oudleusen terecht kwamen. De naam Wennemars wordt in ieder geval genoemd in 1663. Naast de bouw van boerderijen werden ook veel bomen en singels aangeplant. Bomen deden het goed op nieuwe grond.

Doordat de marke werd verdeeld veranderden ook veel boerderijen in Leusen van eigenaar. Of de pachters daar veel van merkten is nog maar de vraag. Misschien was de ene eigenaar wat schappelijker dan de ander. Het lijkt erop dat er ook nieuwe boerderijen kwamen in Leusen. In ieder geval was het een tijd van grote bedrijvigheid. Alle bomen en het bouwmateriaal voor de nieuwe boerderijen in het Oosterveen werden per schip aangevoerd via de Vecht. Ook het materiaal voor de bouw van de havezathe Oosterveen. Van daar ging het met paard en wagen via de Dommelerdijk naar het Nieuwe Leusen, Nieuwleusen dus.

 

Het was vast een groot avontuur voor de nieuwe pachters om in Nieuwleusen te gaan boeren.

In Oudleusen zal er veel over gepraat zijn. Zeker als er iemand uit Oudleusen naartoe ging.

 

“Weet ie wie ok in Nijlusen giet wonen? Mientie van Gait en Dine en Henduk van Willem en Jantien. Ze komt as pachters op ien van die ni’je boerderijen. Dat ze doar noe schik van hebt. Het is doar zo’n kale bende. En dan al die sloten. Het water zal heur doar rap in de kelder stoan. Het is nog maar de vroage of doar wat gruuien wil. Zie bint vaste rap weerumme. Ach, al die ni’jigheid”. Mar de jonge dochter Willempie zee det ze dur ok best wel hen wol. Mooie ni’je boerderi’jen, better dan hier want die hoge heren doet weinig meer an onderhold. Alle geld giet noar Nijlusen.

Historische werkgroep Oudleusen