Het gemiddelde welbevinden.

Mij werd gevraagd om een interview af te nemen bij Gep Ension en zijn levensgezellin Ger Anium.

Beiden abonnee op een landelijke krant.
De aanleiding was een artikel dat ging over het gemiddelde levensgeluk bij gepensioneerden en achter de geraniumzitters.

Hierbij een verslag van het interview.

Onlangs stond in uw dagblad een artikel over het welbevinden van de mens in het algemeen, de bejaarde in het bijzonder. Gep, wat vindt u daarvan? Er was onderzoek gedaan. Methodologisch verantwoord.

Gep:
Ja, met veel cijferwerk. De uitslag was dat de gemiddelde bejaarde zich goed voelt; wel een 8 gemiddeld.
Maar ze hebben mij niet bevraagd. Als dat wel was gebeurd had ik het nog knap moeilijk gehad. Ik kan niks met het begrip “gemiddelde”. Appels worden met peren vergeleken.
De uitspraak over het welbevinden slaat op de mens als geheel. Maar de mens is opgedeeld in minstens drie zones. Boven de navel, onder de navel, en tussen de navel en de knieën.

U bedoelt?????

Ik zal het uitleggen.
Boven de gordel. Ik voel me daar zo gelukkig. Ik geef er wel een 10 voor. Wat ik met de zich daar bevindende organen doe lukt!: ik kan goed zingen en eten; proef en ruik alles (de whiskey smaakt elke keer weer naar meer), ik lees de kleine letters, de tong roeren: geen probleem (ik lul iedereen plat), mijn hart springt bij toeren hoog op in mij.

Bij toeren. Wat bedoelt u daarmee?

Bij toeren is een saksisisme/sallandisme. Het betekent “soms”.

En springt hoog in mij? Dat is ook een zeldzaam gebruikte uitdrukking?

“Hoog op in mij” is tale Kanaäns, bijbeltaal. Het betekent “onmeunig blij”.“ Onmeunig” is een saksisisme/sllandisme. Het betekent “heel erg”.

Vraag aan Ger: Hoe komt uw vriend aan al die wijsheid?

Ger:
Dat heeft hij van een cursus theologie voor beginners. En hij is helemaal maf van het dialect dat zijn moeder sprak.

Gep hervat:
Bij het toerendraaien op de fiets gaat mijn hart bekoorlijk tekeer – 160 slagen per minuut; net zo makkelijk!! En bij het toeren draaien op de motor ook, dat komt dan door de adrenaline.

Onder de navel. Dat is een ander verhaal. De benen willen nog wel rond op de crossfiets, maar na 40 kilometers is alles voorbij. Dan daalt er pap in. Dan kan ik niks meer. Ik ben, tot mijn grote schande, al eens naar huis geduwd door mijn fietsmaten.
Ik geef er een 5 voor.
Tussen de knieën en de navel. Kijk, dit is het gebied waar alles draait om de waterhuishouding. Ik moet bij het fietsen met de fietsclub al na een halve kilometer zo nodig wateren, dat ik moet kiezen tussen de groep laten wachten op mijn gedruppel of het als een professionele wielrenner gewoon laten lopen.
Ik geef er een 3 voor.

Het erogene gebied. (Ger knikte instemmend bij wat Gep hierover te berde bracht. Maar we moesten helaas zijn uitspraken schrappen. Het doorstond niet de toets van het fatsoen. “Dat heeft die kerel toch niet nodig” (Herman Finkers)) B.G.
Ik geef er een 5 voor.

De gemiddelde uitslag? Reken maar mee.
10+5+3+5=23 gedeeld door 4 is 5,75.
Dat is onvoldoende. Daar word ik niet blij van. Wat moet ik met een gemiddelde voor mijn algemene welbevinden?
Weg met de gemiddelden. Allemaal lariekoek.

Vraag aan Ger: Deelt u de mening van uw partner?

Ger: Gep heeft dat van dat gemiddelde altijd al gevonden. Dat andere, daar moet hij maar eens mee naar de dokter. Maar dat durft hij niet en ik wil het er hier niet over hebben.

Weet u, zijn zoon, Ension junior, was een heel goede leerling op school, maar wat luiachtig.
Hij haalde eens een 2 voor een repetitie. Dat kwam doordat hij de stof niet had geleerd. Maar bij de volgende repetitie haalde hij een 10. En wat dacht je welk cijfer hij op zijn rapport kreeg? Juist10 + 2 =12 gedeeld door 2 = EEN 6!!
Ze noemden hem een matige leerling.…. Ja, voor vlijt misschien, maar hij is hartstikke slim! Anders kun je nooit een 10 halen.

Duidelijk. Maar wat is dan het maatschappelijk nut van werken met gemiddelden.

Gep en Ger: ………………………………………………??????????????????????

Bertus Grotenhuis.