Duitsland, buitenland?

“Vorige week waren we in Uelsen”, of , “ ik ga dinsdag naar Nordhorn”. Als je dit soort dingen zegt, weet iedereen wel wat je bedoelt. Dat was een jaar of dertig/veertig geleden wel anders. Als je dan naar die plaatsen ging dan zei je: “Ik ga morgen naar Duitsland” en dan ging je ook echt naar Duitsland, naar het buitenland. Paspoort mee, waar ga ik de grens over? Hardenberg, Coevorden?

Toch is dat niet altijd zo geweest. Het oosten van ons land had eeuwenlang een min of meer open grens met het stuk Duitsland aan de andere kant. Als de Hannekemaaiers ’s zomers hier heen kwamen, met hun zeis op de rug, om in de grasrijke gebieden van ons land te gaan werken hoefden ze alleen een soort vergunning aan te vragen en dan liepen ze gewoon ons land binnen. Omdat er aan beide zijden van de grens veel moeras was kon je ook niet nauwkeurig grenzen trekken maar in 1548 werd een verdrag gesloten tussen het gewest Overijssel en graafschap Bentheim en werden de eerste grenspalen geplaatst. Die staan er tot op de dag van vandaag. Op 2 juli 1824 werd het traktaat van Meppen ondertekend door beide partijen en toen kwam er ook douane. Toch was de grens nog geen grote barrière, zeker niet voor boeren die land hadden aan beide kanten van de grens. Wel was er al genoeg controle en inning van accijnzen om met smokkelen te beginnen. Eeuwen lang trouwden mensen geregeld met een partner van over de grens. Daarom kom je aan beide kanten vaak dezelfde achternamen tegen.
Ook de taal, het Nedersaksisch oftewel het Platduuts werd nog lang aan beide kanten van de grens gesproken. Nu wordt deze taal nog door de oudere grensbewoners gesproken en min of meer in stand gehouden door dialectverenigingen.

Duitsland, buitenland?
Na de tweede wereldoorlog werd de grens de eerste jaren scherp gecontroleerd door de geallieerden en ook daarna was de grens nog een echte grens. Daar kwam pas verandering in na de val van de muur. De grenzen gingen open. Oude weggetjes die vroeger doorliepen over de grens, maar in onbruik waren geraakt, werden weer doorgetrokken, maar dan nu vooral voor fietsers. Nu fiets je zo de grens over. Veel verschil zie je niet. Wel bovengrondse leidingen, andere bouwstijl van de huizen en ja, het is niet anders, wat mindere kwaliteit fietspaden. Zo fietsten we onlangs naar Uelsen. Ons doel was de “Bronzezeithof” die daar nagebouwd is met als voorbeeld de eeuwenoude boerderijplattegronden die daar bij archeologische opgravingen zijn gevonden. Een boerderij uit de trechterbekertijd van zo’n 5000 jaar geleden. Een klein openluchtmuseum, door enthousiaste vrijwilligers uit Duitsland en Nederland bemand, die je alles kunnen vertellen over het boerenleven in die tijd. Net zoals het toen bij ons ging want toen bestonden de grenzen nog helemaal niet. De boerderij heeft dikke eiken gebinten, die net zo staan als in de huidige boerderijen van het Saksische type. Zo oud is dat systeem al.
De grens met Nederland heeft een vreemde inhamvorm in het gebied van Twente, Drenthe en Duitsland. Het schijnt zo te zijn dat Duitse bewoners van dat gebied altijd naar het Nederlandse weerbericht kijken. Eigenlijk wel logisch.

Historische werkgroep Oudleusen
Willie van Oenen.