Er is veel geschreven in de kranten over de school in Oudleusen. Het oude gebouw dat aan de zuidkant van de Hessenweg lag was in zeer slechte staat. Jarenlang was er sprake van de bouw van een nieuwe school maar er zat niet veel schot in de zaak. Op een gegeven moment waren het schoolbestuur en het personeel het zat. In de Dalfser Courant van december 1969 werd uitgebreid geschreven over de staat van de school.
In de kop van het artikel stond dat de hygiëne in het oude schoolgebouw totaal zoek was. De kinderen werden daarom uit protest een dag per week thuisgehouden. Dat was landelijk nieuws. De kinderen waren al eerder een dag naar huis gestuurd omdat de verwarming – grote petroleumkachels – het niet deden. In een persconferentie deelde de schoolcommissie mee dat er al tien jaar op een nieuwe school werd gewacht. Er was maar één kraan boven een putje en bij gebruik van de kraan begon het putje vreselijk te stinken. Overal in de hal waren geur verdrijvers geplaatst. De toestand met de toiletten is nog hopelozer. Er is voor de 90 kinderen maar één urinoir en één WC waardoor de kinderen in de pauze in de rij staan en vaak niet eens aan de beurt komen. Er waren nog wel meer toiletten maar die zaten verstopt of raakten bevroren bij strenge vorst. Soms was het bij de toiletten een vieze troep omdat bij het doortrekken alles naar boven kwam. Er is in de lokalen geen andere ventilatie dan die door de kieren in vensters en deuren komt. Zonlicht komt er niet in de lokalen en er zitten gaten in de vermolmde vloeren. Zowel de buiten- als de binnenmuren waren doortrokken van het vocht waarop daar geen verf wilde blijven zitten. De kaarten aan de muren moesten daarom na een jaar al vervangen worden vanwege het vocht. De schoorsteen deugde niet maar de smid durfde het dak niet op die te vegen omdat het dak in zo’n slechte staat was. In het opbergkamertje, dat ook door de spraaklerares werd gebruikt, was het ook zo vochtig dat veel van de boeken die daar lagen uiteindelijk weggegooid moesten worden.
Historische werkgroep Oudleusen – Willie van Oenen