De klas.

Ze zeggen dat je goed moet differentiëren,
zodat elk kind op zijn niveau kan leren.
Met die gedachte kijk je treurig door het vensterglas,
je hebt meer kinderen met rugzakje, dan rugzakken in de klas.
Nummer 1 moet ieder uur naar de wc,
nummer 2 ook: maar dat heet ADHD.
leerling 5 kan nog niet tellen,
leerling 4 kan nog niet spelen….spellen, spellen.
leerling 5 heeft last van kopieergedrag,
leerling 6 heeft last van…kopieergedrag.
leerling 7 is een hoogbegaafde nerd,
leerling 9 praat voortdurend voor z’n beurt,
leerling 8 kan soms het tempo nog niet aan.
Wewiw wien wuw we wa dwie weew was werwaan,
Wewing wien wun je wa dwie weer was werstwaan,
Weerling twien kun je na dwie kweer pas verstwaan.
leerling 11 is veganistisch opgevoed,
maar bijt een ander kind graag tot ’t bloedt.
leerling 12 heeft imposante bloemkooloren,
leerling 13 lijkt voor het ongeluk geboren.
leerling 14 is autistisch,
leerling 15 terroristisch.
leerling 16……LEERLING 16 IS NORMAAL!
zelfs geen curiose kwaal,
niet te mager, niet te zwaar,
ouders zijn nog bij elkaar!
heeft zijn huiswerk altijd af,
nooit gedoe en nooit eens straf.
Dus je maakt je steeds meer zorgen om dat kind,
of hij in de klas de aansluiting wel vindt.
Het is fijn dat leerling 17, de schele,
soms “ik zie wat jij niet ziet”, met hem wil spelen.
Leerling 18 heb je nog niet eens gezien,
je vraagt je zelfs af of hij wel bestaat.
Zeker omdat leerling 19 soms met een denkbeeldig vriendje praat.
En leerling 20 knuffelt graag, maar ruikt niet fris.
En Priscilla vindt dat zij geen nummer is….en terecht.
Je zucht, je wilt best onderzoeken
hoe je, desnoods zonder boeken,
toch wat kunt leren aan dat gespuis.
Maar je maakt je altijd zorgen
om een leerling, of om morgen,
dus je neemt je werk weer mee naar huis.
En je hoort ze telkens zeggen: “Laat het los,
want op deze wijze ben je zelf de klos.”
En dan hebben ze in theorie gelijk.
Maar het werkt gewoon niet zo in de praktijk.
Je bent…..docent!
(De schrijver van dit cabareteske gedicht is Theo Danes)
Corrie Dunnewind – Kloosterman.